Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 01-07-2023

test

betekenis & definitie

(19e eeuw) (Barg.) hoofd. Een test is eigenlijk een schotel of kom uit aardewerk. Hier dus bij vergelijking gebruikt. De volkstaal kent volgende syn. voor hoofd: ballon*; bazuin*; bledder*; bloemkool*; bovenkamer*; dak*; edde*; harses*; kabas*; kalebas*; kanes*; kei*; ketel*; kiebes*; klapbes*; knar*; knerp*; knikker*; kobus*; koffiekan*; koker*; kokosnoot*; krakepit*; luisweide*; neut*; okkernoot*; olienoot*; pan*; parag*; patet*; peer*; pepernoot*; pet*; pieper*; pit*; pompoen*; raap*; ros*; schrobber*; ster*; taas*; tetter¨*; treiter*. Zie ook: ben je in je test geprikt?

• 'Op je test' is een uitroep van ongeloof. Test, (barg.), hoofd. (Taco H. de Beer en E. Laurillard: Woordenschat, verklaring van woorden en uitdrukkingen. 1899)
• Geef op of ik gooi de bijl naar je test. (Bernard Canter: Twee weken bedelaar. 1900)
• Je hóórde de struikies klesse, zoo hard as ie ze pikte op z'n kale test... (M.J. Brusse: Boefje. 1903)
• En main kop.... tjonge ! daa's doar 'n roar soakie.. da' kloppe sullie of se d'r spaikertjes in main test sloane ... (Israël Querido: Menschenwee, roman van het land. 1903)
• Vader Calp vroeg naar de reden van dezen twist , maar men loog hem wat voor; dit nu begon vader te begrijpen en in verbolgen woede riep hij: as je me nou leit te belaozerstraole sal ik j’n pats op je test geve haur, slemiel!"? (Leeuwarder Courant, 28/08/1905)
• Maar zoo brutaal en gewikst als die shikse was! Je zou van haar test een spaarpot willen slaan! (Israël Querido: De Jordaan: Amsterdamsch epos. Deel 2: Van Nes en Zeedijk. 1914)
• ‘Morgenmiddag is Kees verloofd!’ gichelde Mies.
‘Op je test!’ antwoordde Kees. (J.B. Schuil: De A.F.C.-ers. 1915)
• En stond de luitenant voor mijn test,
Die schreeuwde 'schoft, ben je bezopen,
Je gaat onmiddellijk in arrest'. (Louis Davids: Potverdikkie, poetsie, pats. 1918)
• As 'k ook geen haar op me test had, kon 'k met 'n kale knikker loope, geld voor pruike as Fenne he'k vezelf niet (een vrouw spreekt). (A. Smeding: Menschen uit 'n stil Stadje. 'n Roman. 1920)
• En eenieder riep: opzij, hij is gemeen genoeg subiet
Boven op je test te springen, als-ie er de kans toe ziet. (Eduard Kapper: De begrafenis van Manke Nelis. 1920)
• Je gaat hier iedre dag, nou zeker tweemaal baaje;
Nou ik ben dol op water, meid, ik vin het best,
Maar je gaat hier niet in zoo'n witte kuipie sitte;
Je gooit hier kleine emmers water op je test. (Louis Davids: Brief van Mientje uit Soerabaja. 1920)
• Uit ’n andere bron teekende ik aan: „Ik zal je 'n oplabber op je kersepit geven. Ik zal je test in je romp stooten, dat je door je ribben zit te kijken als ’n dief achter de tralies”. (Nieuwe Hoornse courant, 30/10/1928)
• Jij zit veilig met je kont op 'n stoel, jij zal geen hijs spoorbielzen op je test krijgen... (Jan Mens: De gouden Real. 1940)
• Om je eigen een timmer op je test te geven! (Jan Mens: Koen. 1941)
• Wat al synoniemen bestaan er voor hoofd (kop, bol, test, knikker, kersepit, en nog veel meer), voor mond (bek, bakkes, snuit, snoet, smoel, snater, waffel). (Nieuwe Tilburgsche courant, 22/02/1941)
• Meerminnen met grauwe kroontjes op d'r lui test... (Jan Mens: Goud onder golven. 1949)
• Als ze later geen hijs op hun test krijgen, worden ze honderd jaar. (Jan Mens: Er wacht een haven, 1950)
• Bijna pal op z'n test. (Piet Bakker: De slag. 1951)
• Op maandag hadden die sijkboeren in hun test van het stille zuipen... (Simon Vestdijk: Op afbetaling. 1952)
• Moeder in het zij en vader met een sigaar in z'n test.... (Piet Bakker: Kidnap. 1953)
• Den dieën heeft 'nen klap op zijnen test gehad. (K. Norel: Vliegers in het vuur. 1963)
• (G.J. Boekenoogen en K. Woudt: De Zaanse volkstaal. 1821-1971)
• Heb jij weleens een emmer water over je test gehad? (Ben Borgart: Troost. Verhalen. 1981)
• Met een hoed op je test kun je toch niet echt hard lopen... (Theun de Vries: Wieken tegen tralies. 1982)
• Alleen maar een schrammetje op zijn schrale test. (Jan de Hartog: De Commodore. 1987)
• (T. van Veen: Taal en leven in de Utrechtse Vechtstreek. 1989)
• ‘Ja, flikker maar op,’ snauwt Noorda. ‘Voor je die bui op je test krijgt.’ (Catalijn Claes: Steenzetters. 2013)