Werkwoorden vervoegen
testen
Tegenwoordige tijd testen
Ik test
Jij test
test jij?
U test
Hij/Zij/Het test
Wij testen
Jullie testen
Zij testen
Verleden tijd van testen
Ik testte
Jij/U testte
Hij/Zij/Het testte
Wij testten
Jullie testten
Zij testten
Voltooid deelwoord van testen
getest
Tegenwoordig deelwoord van testen
testend