Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 16-05-2021

sores

betekenis & definitie

(1897) (< Jidd.) (Barg.) zorgen; moeilijkheden; narigheid; ellende; verdriet. 'Sores en weitik': kommer en kwel.

• Ze hebben al wat een soores (moeilijkheden) gehad in die goeie twintig jaar dat ze getrouwd zijn. (Maurits Dekker: Amsterdam. 1931)
• Was ikke van al me soores en weitik of! (Israël Querido: Het volk Gods. 1932)
• Ze gaf Henri haast iedere dag een dubbeltje; dan zei ze: ‘koop je maar wat lekkers als je uit school komt, wanneer de nieuwe madam er is, kunnen we hier nog sores genoeg krijgen.’ (Marianne Philips: Henri van de overkant. 1936)
• Dag Esther, Rachel en kleine Saar, dag moeder, vaarwel vertrouwde bekende stad met je oude huizen, waar in warme knusse kamers de sjabbessoep dampte, met je sjoel vol lichtjes op simchas toure, met je plombières en pekelvleesch, je soores, simche en je gein, vaarwel makkers, kameraden, die met ons streden voor een betere wereld en voor vrijheid... (Maurits Dekker: De laars op de nek. Roman 1939-1944. Gepubl. 1945)
• Eerst moet ik van al die sores af! (Max Dendermonde: De dagen zijn geteld. 1955)
• Ik heb Agaat en zorg ervoor gulzig te glimlachen, want de truc met het kwartje wil ik niet – ik heb al sores genoeg. (Simon Carmiggelt: Duiven melken. 1960)
• Voor jullie officiële rabbijnen zijn die 'sores' van arme Joden maar 'muizenissen'. (Siegfried E. van Praag: Jeruzalem van het westen. 1961)
• Als kind heb ik altijd vroom willen zijn, maar als je eenmaal een man hebt en een huishouding, krijgje alleen maar tijd voor tsores .. . (Meyer Sluyser: Er groeit gras in de Weesperstraat. 1962)
• Hoeft niet, hard werken is niet zo erg, spanningen, zoals wij zeggen sores, die doen het meeste kwaad. (J.W. Holsbergen: Zakenmensen eerlijk als goud. 1967)
• Geen sorus aan je kanus. (Rinus Ferdinandusse: De zoon van Ouwe Klare. 1969)
• Kan mijn sores niet vergeten
Maar misschien bij deze plaat. (Neerlands Hoop: Gooi een kwartje in de juke-box. 1973)
• Zo is het ook met het woord sores, thans in het Nederlands even populair als het van ouds her in het Jiddisch was. Sores (oorspronkelijk tsores) is eigenlijk een meervoudsvorm die in het Nederlands vaak als enkelvoud wordt opgevat. Ook dit woord is plotseling algemeen in zwang gekomen. Men komt het overal tegen of het nu De Telegraaf is of Vrij Nederland of NRC Handelsblad dan wel een of ander streekblaadje. De televisie-uitzendingen onder de titel: De sores van Dorus hebben natuurlijk veel bijgedragen tot de verspreiding, maar ook Kronkel in zijn vaste kolom in het Parool heeft een bepaalde voorliefde voor dit woord18. Ze weten intuïtief dat het woord aanslaat.
De Telegraaf en Het Handelsblad hebben het eerst nog met zores" geprobeerd, maar sores heeft zich gehandhaafd. Om Televizier te citeren: Wordt maar eens heerlijk verliefd en alle sores smelt weg als sneeuw voor de zon"19. Maar hoe algemeen dit woord ook geworden is, Koenen-Endepols en Van Dale, supplement 1970 hebben dit woord dat zeker al twintig jaar burgerrecht heeft, nog niet opgenomen evenmin als chotspe. (H. Beem: Uit Mokum en de Mediene. 1974)
• .... vooroorlogse sores. (Gerrit Komrij: Daar is het gat van de deur. 1974)
• Zonder geld-sores had ik nu de gelegenheid mijn dichtbundel 'Een nieuwe Mongool' af te schrijven. (Johnny van Doorn: De geest moet waaien. 1977)
• Misschien heb ik mijn adagium: 'Je moet je lezers niet met je eigen sores lastig vallen'. (C. Buddingh', Dagboeknotities 1977-1985)
• Enfin, zij elke dinsdagavond naar dat vrouwenhuis, dus tot zover geen sores, maar toen opeens moest en zou ze ook de een of andere werkgroep of themagroep, of weet ik hoe ze het noemde, bij ons thuis ontvangen. (Maarten 't Hart: De Droomkoningin. 1980)
• Een ander heeft de lol ervan gehad, en jj kan opdraaien voor de sores. (Sal Santen: Saartje gebakken botje. 1983)
• Hij had dezelfde sores als deze middenstander, mét al zijn geld. (Frans Kellendonk: Mystiek lichaam. 1986)
• ‘Bied netjes je excuses aan, jongeman,’ zei ome Cor, ‘dan heb je geen sores.’ (Nelleke Noordervliet: De naam van de vader. 1993)
• Ik zit al twee jaar in de sores, maar ik ben niet ongelukkig. (HP/ De Tijd, 22/05/1998)
• Als ik niet in Israël zou leven was ik hierheen gegaan. Jij hebt een goede keuze gemaakt. Jij hebt onze sores niet. (Leon de Winter: God’s gym. 2002)
• Te veel gedoe, te veel sores. Maar dat kon papa niets schelen. Die was gewend aan sores. (Jessica Durlacher: De held. 2010)
• In dit soort situaties kon overdreven beleefdheid wel eens slecht uitpakken; voor ze het wist zat ze de hele week naar de sores van zo”n Mark te luisteren. (Annet de Jong: Bitter vocht. 2012)
• Zijn huwelijk stelde al jaren niets meer voor, er werd alleen nog over praktische sores gesproken. (Joke J. Hermsen: Blindgangers. 2012)
• Hij daagde me uit – rot op met je medelijden, kijk eerst maar naar je eigen sores. (Annette Zeelenberg: Hotel Zero. 2013)
• In de stad worden ze opgejaagd, er is nooit tijd en er is niemand om met je sores heen te gaan. (Gerard van Westerloo: De pont van kwart over zeven. De beste journalistieke verhalen. 2015)
• De sores komen door de drank waardoor ik drank nodig heb om de sores draaglijk te maken waardoor weer nieuwe sores ontstaan die weer afgeblust moeten worden met drank et cetera. (Ralf Mohren: Tonic. 2015)
• Het gaat me echter ook te ver om de draak te steken met je sores, al wil ik er wel eens een lolletje aan wijden. (Nanne Tepper: De kunst is mijn slagveld. Brieven 1993-2001. 2016)
• Jullie projecteren je eigen sores op nietsvermoedende anderen. (Bert Wagendorp: Ferrara. 2019)
• (Paul van Hauwermeiren: Bargoens. Vijf eeuwen geheimtaal van randgroepen in de Lage Landen. 2020)