Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 29-01-2021

opknappen

betekenis & definitie

1) (1906) (van een gevangenisstraf) uitzitten. Reeds bij Köster Henke : 'twee jantjes opknappen': 2 jaar in de gevangenis zitten.

Karel was een knokker eerste-klas; bleef altijd voor anderen aan den hengel hangen, een onstuimige prent die al heel wat maandjes had opgeknapt voor ‘mishandeling’ van agenten en weerbarstige buurtgenooten. (Israël Querido: De Jordaan: Amsterdamsch epos. Deel 1. 1912)
• Héé Kakkemie... Kakkemie... daar staan je mit je gespanne lijntje feur 't reddingshuis!... Ajje tien maande opknap hè-je nog tien te min. (Israël Querido: De Jordaan: Amsterdamsch epos. Deel 4: Mooie Karel. 1925)
• (E.G. van Bolhuis: De Gabbertaal. 1937)
• Da's Leepie Handschoen, meneer. Da's een verloopen notarisklerk, mijnheer. Die heb drie jaartjes opgeknapt in de parapluie, mijnheer. Wegens oplichting. (J.A. Visscher: Schooier waar ga jij naar toe? 1939)
• En toen zei jij: die baas van mij heeft twintig jaar tuchthuis opgeknapt, maar dat schijnt nog niet genoeg te zijn. (Richard Perridon: Ik lijk op ‘t lijk. 1959)
• Hij heeft eens een paar maanden moeten opknappen wegens opruiing. (Piet Bakker: Zo was het. 1962)
• Hij heb laatst nog zes maanden opgeknapt voor diefstal. (Simon Carmiggelt: Fluiten in het donker. 1965)
• Een kennis van mij moest negen maanden opknappen omdat ze een stick in z'n jaszak hadden gevonden. (Johnny van Doorn: De geest moet waaien. 1977)
• Het verhaal ging dat Grotendorst vroeger, toen het nog verboden was, een clandestiene abortuspraktijk had uitgeoefend, en daarvoor twee jaar had moeten opknappen. (Rijk de Gooijer & Eelke de Jong: The best of Koos Tak. 1988)
• Die Surinaamse jongen heb ik ooit bij een bankoverval gepakt. Daarvoor heeft hij een paar jaar opgeknapt. (Nieuwe Revu, 20/06/1991)
• Toen hij zestien was heeft Hans een alternatieve gevangenisstraf moeten opknappen - voor een bankoverval in de buurt. (de Volkskrant, 08/02/1992)
• Kok zegt dat hij vier jaar voor niks heeft ‘opgeknapt’. Nu hij uit de gevangenis is, duikt hij vol overgave op het hoe en waarom hij, in zijn ogen, geslachtofferd is. (Vico Olling & Martijn Haas: De kouwe ouwe. 2017)
• (Paul van Hauwermeiren: Bargoens. Vijf eeuwen geheimtaal van randgroepen in de Lage Landen. 2020)

2) (1978) (bridge) waardevoller worden.

• Hij heeft niet met een sterk tweebod geopend maar na een kikje van de partner is hij toch naar de manche gesprongen. Kennelijk beviel het 14e bod hem wel en heeft hij H. Sec?? Daar zou de hand van zuid niet erg van opknappen. (De Volkskrant, 12/08/1978)
• Hij bood drie harten, in de gegeven kwetsbaarheid alleszins verantwoord. Zuid had het nu moeilijk, maar hij koos voor een negatief doublet. West bood vier harten en noord vond zijn kaart enorm opknappen int deze bieding. (De Telegraaf, 17/08/1985)
• Opknappen. Waardevoller worden. Een matige hand kan tijdens het bieden‘ opknappen’ doordat bijvoorbeeld de partner een kleur biedt waarin men lengte of plaatjes bezit. (Toine van Hoof: Het Bridge woordenboek. 1998)