(1972) professionele hulp, verleend aan zieken, bejaarden enz. door personen uit de kennissenkring. Dit woord wordt natuurlijk vooral gebruikt in de gezondheidszorg, maar in politieke kringen hoort men het ook wel eens gebruiken m.b.t. de taken van sommige beleidsterreinen. Term bedacht door de Nederlandse medicus Johannes Hattinga Verschure (1914-2006).
• Voor zijn model van een nieuwe welzijnszorg gaat prof. Hattinga Verschure uit van het feit dat iedereen in eerste instantie zelf voor zijn eigen (lichamelijke en geestelijke) gezondheid zorgt. Door te eten — niet te veel en niet te weinig — door te blijven ademhalen, te lopen, door te werken en zich te ontspannen. Daarbij wordt hij gesteund door zijn dagelijkse omgeving, wat de Utrechtse hoogleraar aanduidt met 'mantelzorg. Pas wanneer die combinatie van zelfzorg en mantelzorg het niet meer aankan komt de gezondheidszorg in actie, met als hoofddoel de gestoorde zelfzorg te herstellen en wat er nog van over is in stand te houden. (Trouw, 13/10/1972)
• Het is voor mij duidelijk, dat er een tegenstroom moet komen tegen de voortgaande medicalisering, de neiging om alle problemen te vertalen in gezondheidstermen en er dan in de sfeer van de gezondheidszorg een oplossing voor te zoeken. Daarbij kan nieuwe bezinning op de gebezigde termen „zelfzorg" en „mantelzorg" nuttig zijn. De zelfzorg, datgene wat de mens kan doen voor eigen gezondheid, eigen welzijn. De mantelzorg, datgene wat wij als familie, buren, burgers voor elkaar kunnen doen. (Nederlands dagblad, 26/10/1977)
• Het beroepsmatige welzijnswerk moet juist in het verlengde van de mantelzorg liggen en daarheen terugwijzen. De mantelzorg is de kern van de hulpverlening, zo stelt men. (Nederlands dagblad, 15/09/1979)
• Mantelzorg: Weer zo’n stukje zachte-sector-jargon waarmee bedoeld wordt dat mensen elkaar meer moeten helpen bij ziekte of dood of andere nood. Burenhulp dus eigenlijk, maar waarom zégt u dat dan niet, zodat iedereen begrijpt waar ’t over gaat. (Hans Ferrée: Het trendletter ABC, 1983)
• Mantelzorg. In de serie ‘Het gezin als hoeksteen van de samenleving' wordt met dit begrip bedoeld: de hulp van buren, familie, vrienden en bekenden. In verband met bezuinigingen op de volksgezond heid en de maatschappelijke dienstverlening (o.a. gezinszorg) kent het kabinet-Lubbers een grotere rol toe aan de mantelzorg. (Marco Bunge: Politiek woordenboek, 1983)
• Het woord mantelzorg is bedacht door de Nederlandse medicus Johannes Hattinga Verschure (1914-2006), meldt Van Dale, ‘omdat het gaat om zorg die als een warme mantel om je heen zit’. Een nogal weeï¬ge definitie, als je het mij vraagt, en ook gewoon vaag: hoezo ‘die als een warme mantel om je heen zit’? Wíl je dat eigenlijk wel, als zorgontvanger, krijg je het niet Spaans benauwd? (De Volkskrant, 11/03/2024)