Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 08-02-2024

leven als God in Frankrijk

betekenis & definitie

(18e eeuw) (cliché) een gemakkelijk, onbezorgd leven leiden; zonder zorgen kunnen genieten. Volgens sommige bronnen een verwijzing naar de weelderige levenswijze van de Franse geestelijkheid gedurende de middeleeuwen. De toevoeging 'in Frankrijk' zou anderzijds kunnen refereren aan de 'gulzige' levenswijze die Fransen er op nahouden.

• Hij leeft als God in Frankrijk, wordt hier van de afschaffing van den christelijken godsdienst in dat land gedurende de republiek der vorige eeuw afgeleid. Het is evenwel niet anders dan eene vertaling van het veel oudere fransche il vit comme le bon Dieu en France, en heeft eenen geheel anderen oorsprong. (Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1859)
• Ik was wonderlijk te moede. Tot dan toe had ik geleefd gelijk God in Frankrijk, dat is, zonder mij over iets te bekommeren, wat kinderen van mijn ouderdom zich anders al ligt aantrekken. (Domien Sleeckx: In ’t schipperskwartier. 1861)
• Het leven slijten welgezind. En doen als God in Frankrijk doet. (De Tijdspiegel. Jaargang 35. 1878)
• Tob niet over mij. Ik heb hier een leven als God in Frankrijk. (Cd. Busken Huet: Brieven. Deel 2. 1876-1886. 1890)
• Wát zeg u! vroeg Bet beleedigd. Jan zel nie wille! As 'n god in Frankrijk hèt ie 't al z'n leve bij me gehad!.... (Jeanne Reyneke van Stuwe: De loop der dingen. 1902)
• Dan hield ik hem voor, dat twijfel aan de uitverkorenheid juist het voorrecht was der geloofshelden en rechtvaardigen: krachtens hun nimmer rustend geweten zagen zij de zonde scherper dan anderen; maar dat bewees, dat zij méer waren dan die anderen, die, rekkelijk of lichtzinnig, maar als God in Frankrijk leefden. (Simon Vestdijk: De vuuraanbidders. 1947)
• Zij was weg, naar Geldermalsen, en had hem laten zitten. Zij had hem jaren lang bedreigd, maar hij geloofde haar niet, leefde als God in Frankrijk en zat zoveel mogelijk in de estaminet. (Lode Baekelmans: Robinson. 1949)
• Ik had het kunnen vermoeden, voorzien; ik had wellicht kunnen optreden, anticiperen, het uit zijn hoofd praten... Maar ja, ik heb een vaste betrekking, mijn broodje is gebakken, ik leef als God in Frankrijk naar mijn pensioen toe: dat zei hij me tenminste... (Robin Hannelore: Wolfskers. 1975)
• 't Is inderdaad een gulden tijd voor schoelies en leuren, blauwers, smokkelaars en gauwdieven... ze verstaan malkaar en leven lijk God in Frankrijk. (Stijn Streuvels: In oorlogstijd. Het volledige dagboek van de Eerste Wereldoorlog. 1979)
• Het is echter niet volledig leven als god in Frankrijk dezer dagen. Ten eerste zit de Franse frank al sinds het begin van het jaar op de bodem van het EMS. De franc is naast de Deense kroon de zwakste munt binnen het EMS. (De Tijd, 16/07/1991)
• (Nicoline van der Sijs: Daar is geen woord Frans bij. Het beeld van vreemde talen in Nederlandse uitdrukkingen. 2023) p. 81
• Tegen het vallen van de avond schuiven we op naar de iconische Jardin Tropezina voor een apero. Die strandclub versierd met veel groen lijkt wel een tuin op het strand. Onder de pergola drinken we een glas champagne. God in Frankrijk, dat moet zoiets zijn… (Feeling Wonen, 30/01/2024)