Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 19-08-2020

ik zei de gek

betekenis & definitie

(1785) (sch.) ik; ondergetekende. De uitdrukking wordt vooral gebruikt m.b.t. iemand die het altijd maar over zichzelf heeft. Vandaar ook als vorm van zelfspot of relativering.

• En was Luter's vader evenwel zoowel de vader van Luter niet, als Jan Edeling vader is van zijnen zoon Hendrik; en waar was dan je heele geloof gebleven? Dat je op je kerk gesteld bent, eer heeft uw hart; dat's braaf. Maar hier, ik, zei de gek, ben óók op mijne kerk gesteld, en mijn hart heeft óók eer, zou ik denken. (Elizabeth Wolff: Historie van den heer Willem Leevend, 1785)
• Dat je op je kerk gesteld bent, eer heeft uw hart, dat’s braaf! maar hier, ik, zei de gek, ben ook op mijne kerk gesteld, en mijn hart heeft ook eer, zou ik denken. Wel zie, wij verschillen zoo weinig in geloofsgronden, wil ik spreken, dat het niet de pijne waard is, om er zoo over aan te gaan. (Sarah Burgerhart, (brief van) De heer Abraham Blankaart aan den heer Jan Edeling. 1787-1789)
• Bennie Muller, Gijs Touwschieter, nog iemand en ik (zei de gek) zijn uitgelopen. Op een gegeven moment hebben we bijna een ronde gepakt en kijken we het peleton in de rug. (Cor Jaring: Je bent die je bent en dat ben je. 1968)
• (Rita Kohnstamm: Ik zei de gek. 1983.)
• Dit jaar is er, als waanzinnige marketing-truc, een bonus van een kwart miljoen dollar als je drie van de vijf wedstrijden wint. Dat is onmogelijk, zei ik vooraf en zeg ik nu. Alleen blijkt dat ik, zei de gek, als enige nog een kans maak.' (NRC Handelsblad, 14/10/1995)
• In de zomer ging iedereen op vakantie. Behalve ik, zei de gek. (TRouw, 18/11/1995)
• Hij is veel slimmer dan de meeste voetballers, ook slimmer dan ik zei de gek. (NRC Handelsblad, 18/03/1996)
• Ja, eerste persoon enkelvoud, uitroepteken. Niet: 'Ik, zei de gek.' Die jury was niet zomaar een jury. Het was een 'vakjury'. (het Parool, 01/06/1996)
• 't Is met de liefde zo gesteld dat mannen van mijn slag niet veel meer in huis hebben dan hun stijve pik en wat begerige ogen. Ik maak me over mezelf niet zo heel veel illusies, waarmee ik bedoel te zeggen dat het leven zonder grote Liefde mij tot voor kort ook heel wel was. Maar juist een van zijn illusies beroofde als ik-zei-de-gek dient de pin op z'n neus te krijgen, met als gevolg dat ik nu, op m'n eenenveertigste, met padvinderachtige onbevangenheid nog één keer het grote avontuur aanga. (Theo van Gogh: De kleine tiran. Webpagina, ongedateerd)
• "Prinsessen & Smeerlappen", je wordt er aangenaam treurig van, ik-zei-de-gek wel tenminste. (Theo van Gogh: Lopende zaken. Webpagina, december 2002)
• Smid is net vertokken, hij had z'n blaaspartijen er op staan en gaat met de bus terug naar America. Wij, Theo, Tren en ik zei de gek, gaan nog wat inzingen vanavond. (Rowwen Hèze. Studioverslag juli 2002)
• Wie heeft het idee bedacht om Bob Evers als strip te laten verschijnen?
Ik, zei de gek. Op een gegeven moment ging het op de BE-mailinglijst voor de zoveelste keer over het feit dat de boeken van Willem in feite kant-en-klare scenario's zijn. (Bob Evers Nieuwsbrief, oktober 2002)
• 'En ik, zei de gek,' besluit De Geus met een glimlach. (Marjan van den Berg: Zo Sanne. 2012)
• De juiste locatie zie ik niet meer voor me, maar het gezelschap wel. Dat waren om te beginnen natuurlijk Harry en Willem, dan zanger Joost Prinsen, regisseur Frans Boelen, producer Gerrit den Braber, en ik, ‘zei de gek’ (veelgebezigde uitdrukking in de jaren zeventig). (Hans Dorrestein: Het rimpelperspectief. 2018)