Wat is de betekenis van onbevangenheid?

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Onbevangenheid

v., vrijmoedig-, onbeschroomdheid: met grote onbevangenheid iets vertellen.

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

onbevangenheid

v. (onpartijdigheid, afwezigheid van alle vooroordelen; naieve openhartigheid): het verhaal, treft door zijn onbevangenheid; hij vertelde dat met grote kinderlijke onbevangenheid.

2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

onbevangenheid

v., vrijmoedig-, onbeschroomdheid (m.n. van het kind): met grote iets vertellen.

2024-04-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Gerelateerde zoekopdrachten