Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

Gepubliceerd op 05-10-2024

Hotel Bellevue, hotel de houten lepel

betekenis & definitie

(1899) (Barg.) gevangenis. De bewoners zouden er hun maaltijd gebruiken met een houten lepel. Reeds bij Köster Henke (1906). In de Duitse volkstaal: Hotel ohne Klinken. Vgl. Villa* Bellevue.

• Houten lepel, (barg.) gevangenis. (Woordenschat, Verklaring van woorden en uitdrukkingen onder redactie van Taco H. de Beer en Dr. E. Laurillard. 's-Gravenhage, Haagsche Boekhandel- en Uitgevers-Maatschappij, 1899)
• ... hij zit d'r nou al 'n maand of acht ... affijn 't is d'r beter as in de houte lepel ... (Jacob Israël De Haan: Pijpelijntjes, 1904)
• Hotel Bellevue; id. de houten lepel etc., gevangenis. (Köster Henke: De boeventaal. 1906)
• De commissaris van politie is de bovenmeester, de celwagen heet chocoladewagen, en te Leeuwarden is de Hoogeschool, het Hötel Bellevue of het Hótel de houten lepel. Trouwens al de gevangenissen zijn's lands universiteiten. (De Maasbode, 10/03/1908)
• Gevangenis: bajes, gribus, hoogeschool, universiteit, Hôtel Bellevue, Hotel Bajes, de houten lepel, lik, paraplu, tofes. (Jac. van Ginneken: Handboek der Nederlandsche taal. Deel II. De sociologische structuur onzer taal II. 1914)
• Het slang en in het biezonder de boeventaal, heeft eigen termen voor de gevangenis: bak, doos, kast, nor, het grote pakhuis, het hotel de houten lepel, het rooie dorp, de paraplu. Gevangenisstraf ondergaan heet: zitten, uit logeren gaan. Zo had de oudere boeventaal tal van woorden voor de beul, ophangen, de galg en de strop (het hennepen venster, de halssnoer, de dochter van de touwslager, met Catelijntje trouwen). (De Nieuwe Taalgids. Jaargang 14. 1920)
• En al die luidruchtige straatfeesten en dat eeuwige zwerven, borrelen en dobbelen op den Zeedijk, tusschen de pooiers en misdadigers van donker Mokum en ‘Hotel Bellefu’! (Israël Querido: De Jordaan: Amsterdamsch epos. Deel 3: Manus Peet. 1922)
• Van zijn kant treiterde de grensjager de stroper zoveel hij kon door Zondags met Janekee naar het dorp te komen en de herbergen te bezoeken, waar beiden zich spottend en minachtend uitlieten over dat galgenaas, die gluiper van een Kruik, die toekomstige gast van Hotel ‘De Houten Lepel.’ (A.M. de Jong: Merijntje Gijzen's jeugd. 1927)
• Voorbeelden uit het Bargoens zijn bikken voor eten, link voor vals. Uit de vaktaal der dieven: talloze woorden voor agent, b.v. siene, smeris, klabak; jatten voor stelen; bajes, bazaar, hogeschool, hotel Bellevue, paraplu voor gevangenis. Uit het jargon: olf (een), beis (twee), kimmel (drie), dollard (vier). Uit de kramertalen: Bahlert (schaap), Knok (rijksdaalder). (A.W. de Groot: Taalkunde. 1938)
• Hotel Bellevue: gevangenis; hotel de houten lepel, etc. (Henry Roskam: Boeven-jargon. 1948)
• hotel Bellevue, o., (Barg.) gevangenis; hotel de houten lepel: gevangenis (Fokko Bos: De vreemde woorden. 1955)
• (Enno Endt: Een taal van horen zeggen: Bargoens en andere ongeschreven sterke taal. 1969)
• Zijn conflicten met de Indische gemeenschap leidden er ten slotte toe dat hij een maand gratis kost en inwoning genoot in hotel ‘De houten lepel’ [gevangenis]. (Wim Walraven: De groote verbittering. Herinneringen aan mijn vader. 1975)
• Het gevang - den bak - de barrebitjes - Hotel den Houten Lepel (de gevangenis in de Begijnenstraat). (Jack De Graef: Het Groot Woorden- en Liedjesboek over het Antwerps dialekt. Vierde aangevulde druk. 1981)
• (H. Mullebrouck: Vlaamse volkstaal. 1984)
• `Met zijn drieën in de cel, daar bromden ze toen helemaal niet om,' herinnert Vonk zich. `Eén keer per dag luchten, rommeldebommel alle trappen af, zonder bretels, zonder stropdas, zonder veters in je schoenen en dan rondjes lopen in zo'n glazen kooi met gaas boven je kop. Je pannetje vreten kreeg je met een houten lepel erbij door een luikje. We noemden het daar Hotel De Houten Lepel.' (Haagse Post, 22/10/1988)
• (Jan Berns: Hij zeit wat. De Amsterdamse volkstaal. 1993) p. 40
• (Jack de Graef: Het Antwerps dialect van dezekestijd tot in de 21e eeuw. 1999. 11e druk) (onder gevangenis)
• (Freddy Michiels: Het Groot Sinjorenboek. Deel II: typisch Antwerpse uitdrukkingen en gezegden. 2008) p. 127
• (Crimineel ABC in Elsevier, 24/04/2021)

< >