Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 03-03-2023

hemelen

betekenis & definitie

(16e eeuw) (euf.) sterven: 'hij is gaan hemelen'. Letterlijk: ten hemel varen. Volgens het WNT reeds bij Kiliaen (1599) en meerdere malen bij Vondel, verder ook nog bij W. van Focquenbroch (ca. 1665) en bij Harrebomée. In het begin van de twintigste eeuw nog veelvuldig voorkomend in de volkstaal. Endt (1974) neemt het woord op als Bargoense term. Sedert de 18de eeuw eveneens in de Duitse volkstaal: 'himmeln'. De Duitse volkstaaldeskundige, H. Küpper denkt aan het beeld van de stervende die zijn ogen verdraait en aan het geloof dat de dode in de hemel terecht komt.

• (Amaat Joos: Waasch Idioticon. 1904)
• Hij is gaan hemelen, is gestorven, Kil. caelum petere. (Jozef Cornelissen & Jan Baptist Vervliet: Idioticon van het Antwerpsch dialect. Aanhangsel. 1906)
• ... sinds m'n wijf is gaan hemelen ben ik ook maar alleen. (Jan Mens: Waterland, 1949)
• Schrik niet, Jan; kleine Bertus is vannacht gaan hemelen. (Jan Mens: Er wacht een haven. 1950)
• Om zó te hemelen, moet men in zijn rikketik een verwoed optimist zijn. Vijftig jaar aan God noch gebod doen, Gods water over Gods akker laten vloeien en dan helemaal zelf met de Heer willen afrekenen! (Toon Kortooms: Help! De dokter verzuipt... 1968)
• (Enno Endt: Een taal van horen zeggen: Bargoens en andere ongeschreven sterke taal. 1969)
• Terwijl mijn vader met broeder Parre doornam welke ‘huisgenoten des geloofs’ in de afgelopen week waren gaan ‘hemelen’, liep de kerk langzaam vol en neuzelde het nogal amechtige orgel een psalm of een van de oogluikend toegestane negenentwintig gezangen. (Maarten ’t Hart: Het roer kan nog zesmaal om. 1984)
• ... zachies-an gaan ik hemelen. (Maarten 't Hart: De unster, 1989)
• Kikkie de Bruggetrekker was al jaren ervoor gaan hemelen. (Haring Arie: De Sarkast, 1989)
• En toen is m'n ouwe heer gaan hemelen. (Maarten 't Hart: Het woeden der gehele wereld, 1992)
• Terwijl Gerrit-Jan slurpte en zijn Anna zoog, wist de pater te melden dat de jongste dochter was gaan ‘hemelen’ om de schulden van de oudste dochters te delgen. (Louis Ferron: De Walsenkoning. 1993)
• Als Paul de Leeuw gaat hemelen wordt het zeker kermis! (Youp van ’t Hek: En het bleef nog lang onrustig in mijn hoofd. 1996)
• Mocht Rijk gaan hemelen - 'De graftekst is er al: Hier ligt De Gooyer, hij kan niet dooier' - dan zal Spanjer de ogen droog houden. (de Volkskrant, 18/11/2000)
• 'Voorlopig ga ik nog niet hemelen,' zei hij toornig. (Maarten 't Hart: Lotte Weeda. 2004)
• Donderdagmiddag hoorde ik al dat Oltmans 's avonds zou sterven. Heel journalistiek Nederland was op de hoogte. Hij heeft zijn heengaan minutieus geregisseerd. De media konden zich op die manier goed voorbereiden. De slechterik in mij dacht even: misschien wilde Willem vorige week al hemelen, maar werd ook hij overvallen door de plotselinge dood van onze volkszanger en heeft hij het toen een dag of wat uitgesteld. (Youp van 't Hek in NRC Handelsblad, 02/10/2004)
• Tante Aurelia is trouwens niet gestorven aan die nare ziekte maar direct gaan hemelen. (Heere Heeresma: Een jongen uit plan Zuid. 2005)
• Hoge koorts, kraaloogjes en amper nog kracht om te praten. Vroeger noemde men deze kwaal an old man’s friend. Hij zorgde er voor dat je redelijk pijnloos kon gaan hemelen. (Youp van ’t Hek: Bacteriën moeten ook leven. 2008)
• ‘Daarom sprong ik een gat in de lucht toen mijn vader ging hemelen,’ zei Joyce bij haar derde glas Schotse appelsap. (Ben Haveman: Alles voor de dakgoot. 2011)
• Och gut, dat arme manneke, notre voisin, is er zomaar van tussen en dat doet me behoorlijk verdriet. Hij is al gaan hemelen, zoals mijn opoe het altijd noemde wanneer iemand nogal onverwacht doodging. (Willem Nijholt: Met bonzend hart. Brieven aan Hella S. Haasse. 2011)
• Mijn goede buurman is begin mei gaan hemelen, maar zijn huisje staat nog steeds leeg. (Adriaan Bontebal: Tot hier en niet verder. 2012)
• Hoelang is Gepke nu al hemelen? (Catalijn Claes: Open einde. 2014)
• Het is mooi geweest met alle bullshit. Het wordt tijd dat pa gaat hemelen. (Marion Pauw: Hemelen. 2014)
• De kinders gaan dus pas op zichzelf als ze er zich door het hemelen van paps en mams toe gedwongen zien. (Theo van Rijn: Theo logische beschouwing. 2014)
• Dat pap is gaan hemelen geeft hem nog geen excuus om zijn laatste belastingaangifte niet netjes af te handelen. (Ina Hollander: 50. Vijftig colums gebundeld in één boek. 2015)
• En as ik strakkies gao hemelen, krieg ik ’ne stoel dich bij de troon van God. (Willem Nijholt: Een ongeduldig verlangen. 2016)
• Maar natuurlijk was er onmiddellijk nadat ze hemelen was gegaan ook groot verdriet onder haar nabestaanden … (Rob Hoogland & Arthur van Amerongen: Het grote foute jongensboek. 2017)
• ‘Dat vind ik lief van je,’ zei Vinnie, ‘maar we gaan nog lang niet hemelen. Daarvoor heb ik nog te veel dure drank in huis. (Daphne Deckers: Dubbel zes. 2019)