Wat is de betekenis van Hemelen?

2024-04-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

hemelen

(16e eeuw) (euf.) sterven: 'hij is gaan hemelen'. Letterlijk: ten hemel varen. Volgens het WNT reeds bij Kiliaen (1599) en meerdere malen bij Vondel, verder ook nog bij W. van Focquenbroch (ca. 1665) en bij Harrebomée. In het begin van de twintigste eeuw nog veelvuldig voorkomend in de volkstaal. Endt (1974) neemt het woord op als Bargoense...

2024-04-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

hemelen

hemelen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord hemel Verwante begrippen hemels

2024-04-28
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Hemelen

gaan - eufemisme voor ‘doodgaan, sterven’. Al in de late 16de eeuw opgetekend. Ook bij Vondel veelvuldig voorkomend. Syn. naarde eeuwigejachtvelden vertrokken zijn. ... sinds m’n wijf is gaan hemelen ben ik ook maar alleen. (Jan Mens: Waterland, 1949) ... zachies-an gaan ik hemelen. (Maarten ’t Hart: De unster, 1989) Kikkie de Bruggetrekker was...

2024-04-28
Vloeken lexicon

Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (1997)

hemelen

zie gadsamme.

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Hemelen

(hemelde, is en h. gehemeld), 1. naar de hemel gaan, sterven : het kindje wil hemelen ; 2. tranen waardoor een glimlach hemelt, zich in hemelse schoonheid vertoont; 3. hier, waar de liefde hemelt, een hemel schept; (Zuidn.) kwaaddoen en hemelt niet, brengt geen voorspoed aan; 4. in hemelse verrukking zijn of brengen;...

2024-04-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

hemelen

I. hemelde, is gehemeld; sterven: het kindje is gehemeld. II. hemelde, heeft gehemeld; schoonmaken, opknappen, in orde brengen; gew.

2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

hemelen

('he:mələn) (hemelde, is gehemeld) door te sterven naar de hemel gaan : het kindje is gehemeld.

2024-04-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

hemelen

(hemelde, is en heeft gehemeld), 1. naar de hemel gaan, sterven: het kindje wil 2. tranen waardoor een glimlach hemelt, zich in hemelse schoonheid vertoont; 3. hier, waar de liefde hemelt, een hemel schept.

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Hemelen

Het begrip hemelen heeft 2 verschillende betekenissen: 1. hemelen - HEMELEN (hemelde, is gehemeld), naar den hemel vliegen, sterven het kindje wil hemelen; — tranen waardoor een glimlach hemelt, zich in hemelsche schoonheid vertoont; — hier, waar de liefde hemelt, een hemel schept; — (Zuidn.) kwaaddoen en hemelt niet, brengt ge...