hemelen
(16e eeuw) (euf.) sterven: 'hij is gaan hemelen'. Letterlijk: ten hemel varen. Volgens het WNT reeds bij Kiliaen (1599) en meerdere malen bij Vondel, verder ook nog bij W. van Focquenbroch (ca. 1665) en bij Harrebomée. In het begin van de twintigste eeuw nog veelvuldig voorkomend in de volkstaal. Endt (1974) neemt het woord op als Bargoense...