(17e eeuw) (zeem.) ook de beste in zijn vak kan wel eens missen. Vgl. een goede diender* wordt niet nat.
• een goed Seeman werd wel eens nat: het welk oneigendlijk beteekend: dat een meester in sijn kunst wel eens kan missen: en dienvolgens dat ook een eerlijk man wel eens kan bestooven werden: schoon hij geen dronkaard is. (W.A. Winschooten: Seeman, behelsende een grondige uitlegging van de Neederlandse Konst, en Spreekwoorden.... die uit de Seevaart sijn ontleend. 1681)
• (F. Kerdijk: Alles wel aan boord. Spreekwoorden en zegswijzen ontleend aan het Nederlandse zeewezen. Derde herziene druk. 1946)