Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 01-06-2020

derde

betekenis & definitie

(1940) (zeem.) derde stuurman.

• Het bevalt Bout best, hij zit te glunderen boven een mokje koffie, met de damezonder minnaar mijmerend aan zijn zijde; hallo derde, hoe steet't? 't Steet best met den derde, hij zit zowat bij de gezellige dame op schoot, om haar duidelijk te maken hoe de hoogvlakte van de Appenijnen er uitziet. (Jan de Hartog: Hollands Glorie. 1940)