Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 23-11-2020

de lat los hebben

betekenis & definitie

(1936) (Barg.) krediet hebben. Lat betekent hier: kerfstok. Vgl. op de lat* kopen.

• De namen van de andere stukadoors zijn Karei en Dirk, de opperman heet Gerrit. Nadat het scherm opgehaald is, zegt Bertus: Waar blijft die aap van een jongen nou. Karei: Naar wie heb je hem toegestuurd? Bertus: Naar de Malle Molen.
Karei: Das nogal naast de deur, je had bij Huib op de Hoef kade toch ook de lat los?
Bertus: Ja, maar daar kom ik niet meer; (vervolgt dan lachende): ik krijg geld van die vrijer, maar hij betaalt niet. (De schilder: orgaan van den Nederlandschen Schildersgezellenbond, 16/05/1936)
• De lat los hebben: krediet hebben. (E.G. van Bolhuis: De Gabbertaal. 1937)