Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

Gepubliceerd op 27-02-2021

de grote (kleine) plaat draaien

betekenis & definitie

(1975) (wielr.) met een groot (klein) verzet fietsen.

• Terwijl alle journalisten zich reeds naar de aankomstlijn op de Via Roma hadden gerept om niets van de eindsprint te missen, pikte een met verbluffend gemak de grootste 'plaat' draaiende Merckx bij de vijf vluchters aan. (Jan Cornand & André Blancke: Hoe Merckx de Tour verloor. 1975)
• En je zit nog altijd met de kleine plaat te rijden en er moet straks gesprint worden! keef Lucien. (Jan Cornand: Gouden Lucien Buysse. 1976)
• De laatste jaren hebben de coureurs steeds meer nadruk gelegd op het zetten van het grote mes, een wielerterm voor het gebruik van de zware versnelling. Als een renner zegt dat hij de eindsprint won op de 'twaalf ’ betekent dat dat hij een hele zware versnelling had staan, ook wel 'grote plaat' genoemd. (Leeuwarder Courant, 23/06/1984)
• In die tijd was ‘de grote plaat’ in de mode. Mijn probleem was echter dat ik telkens bij de enkels dreigde af te knappen. Overigens niet bij de enkels alleen. Mijn hele lijf knapte af bij een versnelling van 54x12. (Peter Winnen: Pedaalridder. 2007)

< >