(1967) (inf.) erg, in hoge mate. Syn.: als een deur*; als de godverdomme*; als de klere*; als de pest*; als de pieten*; als de pip*; als de pleuris*; als de pokken*; als de tering*; als de tyfus*; als de zenuwen*; als de ziekte*.
• Roje met o, j, e, want ook in de spelling zijn ze zo progressief als de neten. (Rinus Ferdinandusse: Zij droeg die nacht een paars corset. 1967)
• Die plastic lijm plakte als de neten. (Heere Heeresma: Geef die mok eens door, Jet! 1968)
• Jullie zijn allemaal zo corrupt als de neten. (Jan Willem Van De Wetering: De kat van brigadier De Gier. 1983)
• “We komen terug en niet langer zullen de Linders” zo arm als de neten zijn,” zei hij en in zijn stem klonk een rotsvast vertrouwen. (Gerda van Wageningen: Met de wind in de zeilen. 1991)
• Van Buitenen heeft gelijk. Dat hele Europese Parlement is zo corrupt als de neten. (Youp van 't Hek: Zaterdag. 1999)
• Hij werd bang als de neten. (HP/ De Tijd, 08/02/2002)
• Soms was hij vals als de neten. (Vrij Nederland, 23/10/2004)
• En als het regende stonk zo’n beest als de neten. (Coen Peppelenbos & Doeke Sijens: Harde actie. 2005)
• Maar als die samenzwering, dat kalemannenverbond, die scheerbubble, wordt doorgeprikt, dan zijn jullie allemaal gewoon weer zo kaal als de neten. (Beau van Erven Dorens: Pijn. 2008)
• Von zingt zo vals als de neten waardoor ook de andere Tîtes van slag raken. (Liza van Sambeek: Koninginnenrit. 2008)
• Precies, en ondertussen homoseksualiseer je als de neten. (Hans van der Beek: Mijn vrouw heet Petra. 2008)
• Ze waren arm als de neten, zaten met een kind, hadden beiden een beroep waar je in oorlogstijd weinig aan had en een huis dat niet veel meer was dan een ruïne. (Myrthe van der Meer: Kalf. 2013)
• Zo labiel als de neten. (Menno Pot: Vak 127. 2014)
• In de eerste plaats lééft jouw kont. In de tweede plaats is ie zo geil als de neten. (Eric Kollen: Jongenssprookjes. Deel 3. 2014)
• Het is allemaal zo oppervlakkig als de neten … (Frans van Liempt: Kalapati. 2015)
• Alzheimer, het klinkt als een hondenras. Een kortharige Duitse teef. Zo vals als de neten. (James Worthy: Mottenballen voor de ziel. 2016)
