(19e eeuw) (sold.) jonger.
• achter de poetszak ~ jonger zijn (b.v. „hij ligt drie jaren achter m'"n poetszak m hij is drie jaren jonger (in dienst) dan ik). (Taco H. de Beer (red.): Onze volkstaal. 1882-1890: Militaire Akademie)
• Poetszak: achter de poetszak: jonger zijn. B.v. hij ligt drie jaren achter me poetszak: hij is drie jaren jonger in dienst dan ik. (Jac. van Ginneken: Handboek der Nederlandsche taal. Deel II. De sociologische structuur onzer taal II. 1914)
• „In den burgerstand lig je ver achter mijn poetszak". zegt daar een milicien tegen een vrijwilliger, wanneer deze laatste zich laat voorstaan op zijn kennis van dienstzaken. (de Sumatra Post, 17/12/1914)
• Een „oud-manschap" laat zich niet zoo licht „riemen („er tusschen nemen, bedotten") ; de meeste jongens komen, by hem vergeleken, pas kijken, „liggen ver achter zijn poetszak", zijn veel jonger en kunnen „zijn schoenzakjes ruiken. (de Sumatra Post, 11/03/1915)
• De moed daartoe putte ik uit het gelukkige toeval, dat wij Gymnasiummakkers waren bij de Jesuiten, in dat prachtige patriciërhuis aan de Heerengracht, en wij beiden eigenlijk — ondanks veel te schaarsche ontmoetingen — toch nimmer van elkaar vervreemd raakten. Dat gymnasiummakker staat daar nu zoomaar met een dusdanige „zelfoverschatting", dat ik er bijna van schrik! Want in werkelijkheid lag ik natuurlijk — vergeef mij het soldatenjargon! — "loe méters achter je poetszak", want jij zat al hoog-en-droog in IV of zelfs V, toen ik nog — met Carel Goseling op één bank! — de sanguinische ontladingen in het granieten scheld-proza, hem eigen, van dien grijzen en stoeren volbloed-Amsterdammer, Pater Bonnike van I — over mijn jonge ..koppie" moest laten neerkomen! (de Tijd, 13/11/1956)
• Ver achter iemands poetszak liggen. Veel jonger en daarom de mindere. Tilburg '70. (Drs. H. Mandos & M. Mandos-Van de Pol: De Brabantse spreekwoorden. 6e druk. 2003)
