Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 21-10-2021

achter de plank zitten

betekenis & definitie

(1982) (gevangenis) in de cel zitten.

• Met schorse stembanden verhaalt hij over zijn tijd in benauwde politiecellen en de bajes. Over de tijd dat hij nog binnen was. Over de uren dat hij ‘achter de plank’ zat, in de lik, de nor. (De Stem, 04/12/1982)
• In de gevangenis worden hen alle verantwoordelijkheden afgenomen. Alles is voor ze geregeld, van vroeg tot laat. Sommigen hebben zo lang achter de plank gezeten dat ze niet weten wat een pm-code is. En dan moeten ze het ineens allemaal zelf doen. (Nieuwsblad van Friesland, 22/08/1994)
• De gedetineerden worden vooral bewogen uit werken te gaan in hetzelfde gebouw om de cel voor een aantal uren de rug te kunnen toekeren. Onverbiddelijk alternatief voor wie niet wenst te werken is dat men een belang rijk deel van de dag zoals het in bajestaal heet, 'achter de plank' blijft. (Provinciale Zeeuwse courant, 11/04/1995)
• Achter de plank zitten: in de cel zitten. (Onze Taal, juli-augustus 2011, de taal van de gevangenbewaarder)