(16e eeuw) (bel. en af te keuren) in kwade handen gevallen zijn; slecht behandeld, bedrogen worden. In 1970 was er in Nederland heel wat te doen rond de omschrijving van het woord jood in de nieuwste uitgave van de grote Van Dale. Daarin stond ook deze uitdrukking. Drie joodse kerkgenootschappen drongen er toen bij de uitgeverij op aan om de omschrijving bij te stellen. De woorden waarover het ging en de uitdrukking stonden overigens al veel eerder (1914) ook in het grootste Nederlandse woordenboek, het WNT. Maar na de holocaust en W.O. II zijn dergelijke bewoordingen not done. Vgl. aan de Turken* overgeleverd zijn.
• Maar nu zijn er toch drie dingen: hij heeft eene meid, die slet kost geld en fopt hem bij neus en ooren; niemand ontziet zich hem mee te nemen waar hij maar kan en Bivalva weet van tuiten noch blazen; eindelijk schijnt hij aan de joden overgeleverd te zijn. (Johannes Kneppelhout: Studentenschetsen. Deel 1. 1841)
• Wie Hem door zijn volk op het gruwzaamst mishandeld kunnen zien, en dan van een gewoon mensch, die bitter geplaagd wordt, boertend mogen zeggen, dat hij aan de Joden overgeleverd is? (J.P. Sprenger van Eijk: Handleiding tot de kennis van onze vaderlandsche spreekwoorden en spreekwoordelijke zegswijzen, bijzonder van De Scheepvaart en het Scheepsleven ontleend. 1835)
• Mag men (bl. 53, noot) hij is aan de Heidenen overgeleverd (dat ook m.i. ongetwijfeld, gelijk gij schrijft, op de Romeinsche soldaten bij de kruisiging doelt) wel een variant noemen van hij is aan de Joden overgeleverd? Beduidt laatstgenoemde uitdrukking niet: ‘hij is in de handen van bedriegers geraakt?’ (De Tijdspiegel. Jaargang 32. 1875)
• En toen ik met mijn vriend in den donkeren, smallen corridor was afgedaald, dien men ons had aangewezen, en hij mij onderweg in het oor fluisterde: ‘Wij zijn hier aan de joden overgeleverd,’ beving mij een oogenblik de beklemmende gewaarwording, die ik altijd gevoel, wanneer ik mij te midden van kinderen Israels bevind. (De Belgische Illustratie. Jaargang 14. 1881-1882)
• Hij is aan de Joden overgeleverd. Hij is in slechte handen gevallen. Evenals „hij is aan de heidenen overgeleverd" ontleend aan de lijdensgeschiedenis van Jezus, en doelende op zijne veroordeeling door den Joodschen raad en de uitlevering aan de Joden door Pilatus, Matth. 27 : 26. (Dr. J. Herderschee: Namen en spreekwijzen aan den bijbel ontleend. 1911)
• Iedere jood was een smous of een snâchel. Spuug was jodenlijm. Bedrog bij een koop was een jodenstreek. Als je geen uitkomst meer zag, was je ‘aan de joden overgeleverd’. Zandvoort heette het jodenaquarium. ‘Ken je Jacobson?’ ‘Wat is dat voor iemand?’ ‘O, 't is een jood, maar het is een heel geschikte vent.’ (Apie Prins: Ik ga m’n eige baan. 1963)
• Als oneigenlijke betekenis van het woord jood vermeldt de nieuwe Van Dale „woekeraar, afzetter, bedrieger”. Als zegswijze wordt vermeld: „Nu is hij aan de joden overgeleverd”. De uitleg is: „In handen van onbarmhartige mensen gevallen”. (Tubantia, 13/11/1970)
• Jehovah's Getuigen stemmen niet. Zij stellen zich politiek volkomen neutraal op. Zij gehoorzamen daarbij aan het bijbelse standpunt zoals dat geschreven staat in Johannes 18:36. Jezus Christus zegt daar: 'Mijn Koninkrijk is geen deel van deze wereld. Indien mijn Koninkrijk deel van deze wereld was, zouden mijn dienaars hebben gestreden, opdat ik niet aan de Joden overgeleverd zou worden. Maar mijn Koninkrijk is nu eenmaal niet uit.- deze bron.' (Het vrije volk, 18/05/1977)
• Stel dat je nu een boek leest van vijftig jaar geleden en je komt een woord tegen dat je niet begrijpt. Dat kan dan een woord zijn dat vijftig jaar geleden door bijna iedereen werd gebruikt en dat later is vergeten. Vóór de Tweede Wereldoorlog gebruikten sommige mensen wel eens de uitdrukking: ‘Hij is aan de joden overgeleverd’: hij is in handen gevallen van onbarmhartige mensen. Die uitdrukking vind je in de Van Dale! Als men dat indertijd zei, was dat natuurlijk niet juist: discriminerend, net zoals nu. Maar: toen er nog geen zes miljoen joden waren uitgemoord had die uitdrukking nog niet de verschrikkelijke lading die hij nu heeft. (Rudolf Geel: Een vrouw als een gedicht. 1980)
• aan de Turk overgeleverd zijn (slecht behandeld, bedrogen worden), bijna idertiek aan 'aan de joden overgeleverd'… (Trouw, 20/01/1989)
• Een commissie die kennelijk het taalgedrag met morele maatstaven wil beoordelen, kan met de bovengenoemde taken natuurlijk niet volstaan. Zij zou, om maar eens een voorbeeld te geven, ook het beledigen en discrimineren van (minderheids)groepen in taal moeten veroordelen. Het is tenslotte zeer denigrerend om te spreken van een vrouwtje en vrouwenlogica. Terwijl uitdrukkingen als een jodenstreek en aan de joden overgeleverd zijn een middeleeuws vooroordeel in stand houden. Naar mijn mening zijn dìt de dingen die in de ban gedaan moeten worden. (Onze Taal. Jaargang 58. 1989)
• Een jood is niet alleen iemand die behoort tot het joodse volk maar ook een 'uitdrager’. Als je ‘aan de joden bent overgeleverd’ ben je in kwade handen gevallen. (Algemeen Dagblad, 05/01/2002)