Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

WOUBRUGGE

betekenis & definitie

Zuidhollandse gemeente van 2442 ha met (1953) 2790 inw., van wie (1947) 51 pct Prot., 47 pct R.K. en 2 pct andersdenkenden, ligt ten N. van de Oude Rijn. De bodem bestaat vnl. uit laagveen, in de uitgeveende en drooggemalen plassen uit klei.

Veeteelt, zuivelbereiding en akkerbouw zijn naast tuinderij en jacht-scheepsbouw de voornaamste middelen van bestaan. In 1855 werd Hoogmade bij Woubrugge ingelijfd. De gemeente omvat thans de dorpen Woubrugge aan de Woudwetering (1953: 1645 inw.) en Hoogmade (1145 inw.).Lit.: O. G. van Hemessen Sr, Een wandeling door W. en Hoogmade (Wageningen 1904); Idem, Jacobswoude en W., grepen uit het verleden (Alphen a. d. Rijn 1932).

< >