Nederlands toneelspeler (’s-Gravenhage 3 Apr. 1847 - Rotterdam 10 Febr. 1901), begon zijn toneelloopbaan in 1855 bij het Kindertoneel van Verwoert, debuteerde in 1860 bij Valois in de Haagse Schouwburg als Jacquinet in Paljas.
Hij verbond zich in 1862 bij Roobol te Amsterdam, in 1863 bij Victor Driessen te Antwerpen, daarna bij De Vries in Rotterdam, vormde aldaar in de Kleine Comedie, later in de Grote Schouwburg met Le Gras en Haspels een gezelschap; zonderde zich in 1881 toen dit gezelschap een onderdeel werd van de Kon. Ver. Het Nederlandsch Tooneel met een kleine groep af; verbond zich in 1884 wederom met Le Gras en Haspels, in 1890 aan het Tivoligezelschap; in 1893 bij Le Gras en Haspels. Tevens hield hij voordrachtsavonden.
Hij was een groot vriend van Multatuli, die in 1876 bij zijn gezelschap persoonlijk de repetities van „Vorstenschool” leidde. Van Zuylen heeft in 1880 met het Rotterdams gezelschap een tournée naar Londen gemaakt met Rosier Faassens „Anne Mie”. Voornaamste rollen voorts: Vriend Frits; De Hofslachter; Prof. Crampton; De Zwerver.
Lit.: N. van Harpen, Mensen, die ik gekend heb (Rotterdam 1928); Henri V. P., Een kunstenaarsloopbaan. W. v. Z. (De Amsterdammer Mrt 1880).