Germanist (Gross-Thiemig, Saksen, 20 Febr. 1850 - Heidelberg 10 Nov. 1926), is met E. Sievers en H.
Paul de grondlegger van de moderne studie der Germaanse filologie. Hij was van 1880-1888 hoogleraar te Giessen en tot 1919 te Heidelberg. Zijn Gothische Grammatik en Althochdeutsche Grammatik worden vrijwel overal gebruikt. Met Paul redigeerde hij jarenlang het door hem in 1874 opgerichte tijdschrift Beiträge zur Geschichte der deutschen Sprache und Literatur, waarin tal van artikelen van zijn hand verschenen. Sinds 1876 gaf hij uit de serie Neudrucke deutscher Literaturwerke des 16. und 17, Jahrhunderts.
