Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 05-01-2022

Wilhelm bäumker

betekenis & definitie

Duits R.K. theoloog en beoefenaar van de geschiedenis der muziek (Elberfeld 25 Oct. 1842 - Rürich 3 Mrt 1905), studeerde te Münster en te Bonn, was van 1869-1892 kapelaan in Niederkrüchten en vervolgens pastoor te Rürich. Bäumker heeft zich verdienstelijk gemaakt door de voortzetting van het werk van Meister: Das katholische deutsche Kirchenlied in seinen Singweisen, waarvan hij het eerste deel geheel zelfstandig opnieuw bewerkte (1886).

Bibl.: Niederländische geistliche Lieder nebst ihren Singweisen aus Handschriften des 15. Jahrhunderts (Leipzig 1888); Ein deutsches geistliches Liederbuch mit Melodien aus dem 15. Jahrhunder (1895); enz.

< >