zijn fijne sliblaagjes, die door gletsjerbeken in stilstaand water zijn afgezet.
De Zweedse geoloog De Geer heeft in de afwisseling van dikkere (zomer-) en dunnere (winter-) laagjes een seizoengelaagdheid er in herkend, zodat twee laagjes in één jaar zijn afgezet. Hieruit heeft hij een methode afgeleid om de tijd te bepalen, die verstreken is tijdens het afsmelten van het ijs van Zuid- tot Midden-Zweden. M. Sauramo heeft later in Finland uitvoerige studies over de warven gemaakt en deze met de Zweedse geparalleliseerd. Door hun onderzoekingen en die van Antevs in Noord-Amerika zijn schattingen gemaakt over de duur der ijstijden (z geologie, geologische tijdsbepaling).