zijn woorden waarmee men de betrekkingen tussen een zelfstandig naamwoord en een ander woord in een zin uitdrukt. Ze staan aan het begin van een bijwoordelijke of een bijvoeglijke bepaling en aan het begin van een oorzakelijk voorwerp.
Bijv.: Het huis op de hoek is van mijn oom. De gevangenen reikhalsden naar de vrijheid.