Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

VLIEGENVANGERS

betekenis & definitie

vormen de familie Muscicapidae in de orde der Passeres (z zangvogels). Zoals de meeste families van de orde is ook deze moeilijk te begrenzen; vooral met de Timeliidae bestaan punten van overeenkomst, zodat wij laatstgenoemde familie hier ook zullen behandelen.

Typische Muscicapidae, die alleen in de Oude Wereld voorkomen, hebben een brede en enigszins platte bovensnavel met lange, stevige neusborstels. In Nederland komen voor: Muscicapa striata, de grauwe vliegenvanger, een algemene zomervogel. De bonte vliegenvanger, M. hypoleuca, broedt hier en daar in het O. van Nederland maar breidt zijn gebied uit. Andere soorten zijn zeldzame gasten. Talrijk zijn de vliegenvangers in Indonesië, zoals de waaierstaarten (Rhipidura) en de paradijsvliegenvangers (Terpsiphone).De Timeliidae komen eveneens uitsluitend in de Oude Wereld voor. Typische vertegenwoordigers hebben een zacht gevederte en betrekkelijk korte, ronde vleugels, maar er zijn ook geslachten die overgangen vormen naar de Muscicapidae en de Turdidae (z lijsterachtigen). Vooral in het oriëntale gebied zijn zij talrijk, maar ook in Afrika komen zij voor en oostelijk tot Fiji en Nieuw-Zeeland. Als kooivogel is de Chinese nachtegaal (Leiothrix) bekend. Tot deze familie behoren o.a. de Snijdervogels.

< >