koningin van Zweden (Stockholm 23 Jan. 1688 - 24 Nov. 1741, regeerde van 1718-1720), was een dochter van Karel XI. Zij voerde in 1713 en 1714, gedurende de afwezigheid van haar broeder Karel XII, het bewind.
Zij huwde in 1715 met erfprins Frederik van Hessen-Kassel en wist na de dood van haar broeder (1718) de zoon van haar oudere zuster van de troonsopvolging uit te sluiten en haar eigen verkiezing tot „koning” van Zweden door te zetten (3 Febr. 1718). 11 Mrt 1720 deed zij afstand van de regering ten behoeve van haar gemaal, die 4 Apr. de troon als Frederik I besteeg.