eig. de naam van een Chinese regeringsperiode, wordt thans doorgaans gebruikt als naam van de keizer, die gedurende deze periode (1736-1795) regeerde. Tijdens deze laatste bloeiperiode van het Chinese keizerrijk wisten de Chinezen wederom hun gezag tot ver in Centraal-Azië te vestigen en bereikte China zijn grootste militaire en politieke machtsontplooiing in zijn geschiedenis.
Tegen het einde van de 18de eeuw begon het verval duidelijk in te treden met economische moeilijkheden, als gevolg van de overbevolking en de talrijke opstanden. De Tsj’ièn-Loengperiode is in het Westen vooral bekend om het Chinese porselein in die tijd vervaardigd.
