grootste rivier van West-Java, ontspringt in het moeras Rantja Gedeh op het hoogland van Tegal padoeng, stroomt door een kloof en komt bij Madjalaja in de vlakte van Bandoeng, neemt de Tji Sangkoewi, de Tji Widej, de Tji Kapoendoeng en de Tji Mahi op, stroomt vervolgens door de vlakte van Tji lilin, neemt de Tji Minjak op en breekt door het Tandjoerse gebergte. Na door het Parang- en het Sanggaboewanagebergte te zijn heengebroken stroomt de rivier door een tamelijk breed dal en bereikt enkele km boven Krawang de kustvlakte, waar zij de Tji Beët opneemt.
De delta in engere zin begint bij Tjabang boengin. Van de zes mondingen is de, Moeara Gembong de scheepvaartweg van de overigens slecht bevaarbare rivier.