Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

Thomas HEYWOOD

betekenis & definitie

Engels toneelspeler en schrijver (Lincolnshire 1573-75 - Clerkenwell, Londen, begr. 16 Aug. 1641), heeft een leven geleid en een oeuvre geschreven waarvan weinig bekend is. Vaststaat dat hij in 1598 gearrangeerd werd als speler in de troep van de Lord Admiral, terwijl hij in een geschrift, daterend van 1633, beweert 220 toneelstukken op zijn naam te hebben gebracht.

Men vindt in het behouden werk van Heywood, die door Charles Lamb niet minder dan de prozaschrijvende Shakespeare werd genoemd, naast een verbluffend gevoel voor verrassende, humoristische ensceneringen, echter zelden een voldoende, overtuigende karakterisering. Meester in de farce, schijnt hij het best geslaagd te zijn met A Woman kilde with kindnesse (1607). Behalve An Apology for Actors (1612), schreef hij ΓΥΝΑΙΧΕΙ'OΝ (Gunaikeion) for nine bookes of various history concerninge women (1624).M. VAN DER PLAS

Bibl.: Dramatic Works, ed. by J. P. Collier and B. Field (2 dln, 1842-1851, niet volledig); ed. R. H.

Shephard (6 dln, 1874); ed. A. W. Verity (1888, herdr. 1923, Mermaid Series); Pleasant Dialogues and Dramma’s, nach der Octavausg. 1637 in Neudr. hrsg. v. W. Bang (Louvain 1903, Materialien zur Kunde Kies älteren engl.

Dramas, 3); The Rapé of Lucrece, ed. A. Holaday (Urbana 1950).

Lit.: O. Cromwell, T. H., a Study in the Elizabethan Drama (New Haven 1928); A. M. Clark, T. H.

Playwright and Miscellanist (Oxford 1931); L.B. Wright, Middle Class Culture (London 1935); Fred. S. Boas, Th. Heywood (1950).

< >