Duits schrijver (Berlijn 8 Nov. 1806 - 18 Febr. 1861), was eerst in de handel werkzaam, studeerde te Berlijn en werd medewerker aan onderscheiden staatkundige dagbladen. In 1848 behoorde hij tot de stichters der Nationalzeitung te Berlijn, waarvan hij enige tijd het feuilleton redigeerde.
Vooral heeft hij zich bekendgemaakt door zijn romans en novellen.Bibl.: Romans: Der Chevalier (1835); Die Vendéerin (1837); Toussaint (1840); Der Vogt von Sylt (1851); Der Majoratsherr (1853) ; Afraja (1854); Erich Randal (1856); Der Prophet (1860). Novellen: Leben und Lieben in Norwegen (1858). Reisbeschrijvingen: Skizzen aus dem Norden (1844); Streifzüge in Schleswig-Holstein (2 dln, 1846); Nordisches Bilderbuch (1848). Gesamtausgabe (33 dln, 1862-1867).
Lit.: H. Willich, Th. M. (1923).
