zijn leden van een derde orde (tertii ordinis) van Sint Franciscus, Sint Dominicus of een andere heilige stichter. Behalve een eerste orde voor mannen (de Minderbroeders) en een tweede voor vrouwen (de Clarissen), heeft bijv. de H.
Franciscus van Assisi een derde orde gesticht voor mannen en vrouwen, die de wereld niet konden verlaten en toch, voor zover dat met hun stand verenigbaar was, Christus in zijn armoede en eenvoud wilden navolgen. De Franciscaner derde orde blijft steeds de voornaamste en telt over de gehele wereld millioenen leden. Reeds tegen het einde der 13de eeuw ontstonden ook mannen- en vrouwenkloosters, waar men de regel van de Franciscaner of Dominicaner derde orde als grondslag van het religieuze leven aannam. Zo had men naast de seculiere (de in de wereld levende) ook reguliere Tertiarissen. Verwant met de Tertiarissen van deze orden zijn de oblaten van S. Benedictus en ook hier heeft men de dubbele indeling (vgl. C.I.C. canon 702-706).Lit.: M. di Coronata, II terzordine Franceschi (Torino 1933, Duitse en Fr. vert. 1936); P. Péano, Histoire du tiers-ordre (Paris 1943).