Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 06-08-2022

Tengel

betekenis & definitie

is in de bouwkunde de naam van een houten lat van plat-rechthoekige doorsnede, die men spijkert op de naad tussen twee planken of aan elkander grenzende houten onderdelen, ten einde zulk een naad stof-, water- of tochtdicht af te sluiten. Bovendien worden tengels gebruikt om met 6 à 7 cm tussenruimte gespijkerd te worden tegen de onderzijde van een balklaag (z balk) om zo een vlak te vormen waartegen het riet of steengaas bevestigd kan worden, dat het stukadoorwerk moet vasthouden.

< >