overkleed uit de 13de en 14de eeuw, door mannen en vrouwen gedragen, heeft soms geen mouwen, doch kan bij de mannen ook korte of lange mouwen hebben. De vrouwen hebben sedert het einde der 13de eeuw ook een surcot met mouwen, die van de elleboog af gespleten zijn en los neerhangen.
Na de grote verandering van het costuum sedert ca 1350 dragen alleen de vrouwen nog een surcot, terzijde rond uitgesneden van schouder tot heup en voorzien van boordsel en plastron van bont. Als hofcostuum is deze dracht in Frankrijk bijna twee eeuwen blijven bestaan. Overblijfselen van het plastron van bont (hermelijn) vindt men daar nog zelfs tot diep in de 17de eeuw bij het officiële gewaad der koninginnen.