een wolkengeslacht, behorende tot de familie der lage wolken (in het algemeen onder 2000 m hoogte) en te beschrijven als een wolkenlaag (of banken), bestaande uit vlakke stroken of ballen („schapenwolken”). De kleinste nog regelmatig gerangschikte delen van de laag zijn tamelijk groot, niet scherp begrensd en grauw met donkerder gedeelten.
De afzonderlijke elementen zijn in groepen, rijen of golven in één of twee richtingen gerangschikt. Een geheel met stratocumulus (Sc) bedekte hemel ziet er soms gegolfd uit (z golfwolken). Een Sc geeft in het algemeen geen regen. Sc is enerzijds verwant met altocumulus, anderzijds met stratus, in welke hij kan overgaan of omgekeerd. Verder z wolken.
