of onvermogen om te spreken kan berusten op ernstige geestelijke defecten, op een gemis van het gehoor (z doofstommen) of op het verlies van de beschikking over de spraakwerktuigen (motorische aphasie z asymbolie). Stomheid moet worden onderscheiden van stemloosheid of aphonie; in het laatste geval is fluisterspraak wel mogelijk maar klank voortbrengen niet, terwijl stommen zeer goed in staat kunnen zijn om geluid voort te brengen (z spraakstoornissen).
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk