Russisch componist (Moskou 6 Jan. 1872 - 27 Apr. 1915), was leerling o.a. van Tanejef (compositie) en Zweref (piano). Als pianist maakte hij uitgebreide tournées, vnl. als vertolker van eigen werken.
In 1890 reeds had de uitgever Belajef zijn eerste werken uitgegeven. Sinds 1903 kreeg hij een toelage van een piano-leerling en in 1908 verbond Koussewitzky zich, als directeur van de te Berlijn gevestigde uitgeverij van Russische muziek, hem een jaarlijkse uitkering te geven. Bovendien concerteerde hij met Koussewitzky’s orkest op enkele uitgebreide tournées.Als componist begon Skrjabin onder sterke invloed van Chopin — tot ca opus 25 —, maar hij maakte zich daarvan los en vond een eigen klankentaal, gebaseerd op een speciale vorm van kwartaccoorden, losgelaten tonaliteit, pointillistisch gebruikte motief-fragmenten en, naderhand, vrije vormen. Een mystische trek in zijn karakter, reeds vroeg bemerkbaar, leidde hem ten slotte tot een poging alle kunsten te verenigen ten dienste van een religieus mysterie-spel van geweldige omvang. De dood belette hem hieraan uitvoering te geven.
Werken: Scr. schreef o.a.: 3 symphonieën (de derde is le Poème divin); Poème de l’extase, Prométhée (met kleuren-klavier), en pianomuziek: een concert, concertstukken, 10 sonates en vele andere kleinere werken.