Duits jurist en diplomaat (Elberfeld 24 Sept. 1861 - Nowawes, bij Potsdam, 14 Juli 1937), was in 1919 generaalcommissaris voor de Duitse vredesdelegatie te Versailles en de voornaamste medewerker van graaf Brockdorff-Rantzau. In het kabinet-Fehrenbach (Juni 1920 tot Mei 1921) was hij minister van Buitenlandse Zaken en vertegenwoordigde Duitsland op de Conferenties van Spa (Juli 1920) en Londen (Febr. 1921); door zijn afwijzing van de eisen der Entente betreffende de schadeloosstellingen werd de Conferentie van Londen afgebroken.
Van Oct. 1922 - Apr. 1929 was hij president van het Reichsgericht te Leipzig en was als zodanig na de dood van Ebert tot aan het optreden van Hindenburg (Mrt - Mei 1925) plaatsvervangend rijkspresident.