Nederlands Arabist (Groningen 22 Aug. 1686 - Leiden 26 Jan. 1750), was predikant te Wassenaar en werd vervolgens hoogleraar te Franeker (1713), waar hij in 1717 ook universiteitspredikant werd; in 1729 werd hij met de administratie van de Oosterse handschriften te Leiden belast en in 1732 werd hij hoogleraar in het Arabisch aan de universiteit aldaar. Zijn grootste wetenschappelijke verdienste is het belang van de studie van het Arabisch en zijn literatuur in het juiste licht gesteld te hebben.
Bibl.: Institutiones ad fundamenta linguae Hebraeae (1737); herz. uitg. der Grammatica Arabica (1748) van Erpenius; Proverbia Salomonis (1748); Origines Hebraeae (2 dln, Franeker 1724-1738).