Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

SCHOTMAN, johan willem

betekenis & definitie

Nederlands schrijver (Hoogeveen 10 Mrt 1892), was van 1921-’27 als medicus werkzaam in China, van 1928-’37 als psychiater verbonden aan Maasoord te Rotterdam. Hij heeft zgn.

Chinese verzen geschreven, ongelijk van waarde, belangwekkende cultuurfilosofische studies over China, novellen en wijsgerige verhandelingen.Bibl.: poëzie: Van de wankele morgen (1919); Der geesten gemoeting (1927); Cloisonné (1931, verz. China-lyriek); Hellevaart (1946); proza: Het vermolmde Boeddhabeeld (3 dln, 1927-1930); Wind in bamboestengels (1941, nov.); essays: Ons brandend leven (1919); Naar open water (1936); De macht tot vrijheid (1946); voorts het maskerspel Lugh (1931).

< >