prins van de Palts (Praag 17 Dec. 1619 - Londen 29 Nov. 1682), derde zoon van Frederik V van de Palts, de „Winterkoning”, en Elizabeth van Engeland, werd te ’s-Gravenhage opgevoed en streed in de Dertigjarige Oorlog tegen de Keizerlijken. In de Burgeroorlog tussen Karel I van Engeland en de Parlementspartij was hij de eigenlijke aanvoerder van de „Cavaliers” en speciaal van hun ruiterij.
Van 1648-1653 streed hij aan het hoofd van de royalistische vloot tegen de Parlementsvloot onder Blake. Na de Restauratie van Karel II in 1660 keerde prins Ruprecht naar Engeland terug, werd weer admiraal en vocht in de oorlogen van 1666 en 1672 tegen de Republiek, o.a. in de slagen bij Schoneveld en Kijkduin. Verder hield hij zich bezig met natuur- en scheikunde. Hij vond een messingcompositie uit, die naar hem het „Prins-Ruprecht-metaal” heet. Ook maakte hij naam als graveur.Lit.: Eva Scott, Rupert, Prince Palatine (1904); Hauck, Ruprecht der Kavalier (1906); Erskine, A Royal Cavalier (1910); G. Ldinger, R. of the Rhine, the Pirate Prince (1936); Marg. Irwin, The Stranger Prince. The Story of Rupert of the Rhine (1937).
