Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

RUDBECKIA L.

betekenis & definitie

met de zonnebloem verwant plantengeslacht uit de familie van de Composieten met 30 soorten in Noord-Amerika, hoge, meest overblijvende kruiden met verspreide bladeren en grote bloemhoofdjes met een kegel- of eivormige, met stijve stroschubben bezette bloembodem, 2 of 3 rijen gelijke omwindselblaadjes, 1 rij rode of gele steriele straalbloemen en een donkergroene resp. bruinviolette schijf 2-slachtige buisbloemen, die 4-kantige vruchtjes met als pappus hoogstens een onregelmatig getand randje opleveren. Enige soorten behoren tot de sierplanten, geschikt als vollegrondssnijbloem en voor borderbeplanting, zo: R. purpurea L. (syn. Echinacea p. Mnch), een 2 m hoge vaste plant met kale, ei-lancetvormige bladen en lang neerhangende rode straalbloemen; R. laciniata L., even hoog, met diep ingesneden bladen en gele bloemen; R. hirta L., lager, met langwerpige, ongedeelde, evenals de meest niet vertakte stengel ruw behaarde bladen en goudgele bloemen; en R. speciosa Wend., slechts 60 cm hoog met ei-lancetvormige getande tot gaafrandige behaarde bladen en ca 24 goudgele lintbloemen om een purperbruin hart.

< >