pseud. Peter Altenberg, Duits schrijver (Wenen 9 Mrt 1859 - 8 Jan. 1919), studeerde in de rechten en in de medicijnen, doch werd door een zenuwziekte gedwongen zijn studiën op te geven.
Hij vestigde zich vervolgens als boekhandelaar in Stuttgart, doch ook deze werkkring liet hij weldra varen, om naar Wenen terug te keren. Hij was het type van de caféliteraat en gaf zelf voor de Literatur-Kalender het café National als zijn woonplaats op. Altenberg was de dichter van kleine schetsen, aphorismen en scherp gepunte stukjes proza, die in tijdschriften vooral in de Simplizissimus verschenen. Eerst in 1896 verscheen zijn eerste bundel Wie ich es sehe, later gevolgd door Was der Tag mir zuträgt (1900); Auswahl (1908); Märchen des Lebens (1908); Fechsung (1914); Mein Lebensabend {1919) en Nachlass (1925).Lit.: K. Kraus, P. Altenberg (1919); E. Friedeil, Das Alten-bergbuch (1922); L. Loos, P. Altenbergs Flugversuche (österr. Tagebuch nr 14, 1946).