burggr., Canad. staatsman (Hopewell, New Brunswick, 3 Juli 1870 - Mickleham, Surrey, 27 Juni 1947), speelde vóór 1927 nog geen grote politieke rol; wel had hij soms zitting in het parlement en was hij zelfs in 1920 en 1926 korte tijd minister, eerst van Justitie, later van Financiën; toch was hij vnl. geïnteresseerd in zijn advocatuur en zijn zaken, waarmee hij een groot fortuin verdiende. In 1927 echter werd hij tot leider van de conservatieve partij gekozen en in 1930 kwam hij aan het bewind.
Hij was overtuigd protectionist en aanhanger van de imperiale gedachte en als zodanig een van de architecten van de overeenkomsten van Ottawa (zie conferentie van Ottawa). In Canada’s diepste economische depressie had hij de leiding, die hij gebruikte om ’s lands bestuur te hervormen op een wijze, zoals geen van zijn voorgangers zelfs had durven overwegen. In 1935 werd hij bij de verkiezingen verslagen en moest hij plaats maken voor het liberale kabinet van Mackenzie King. Hij vestigde zich in Engeland en werd in 1941 in de adelstand verheven.
