groep hondenrassen, welke in het midden der 19de eeuw zijn gefokt voor het opsporen en brengen van door de jager geschoten vogels en haarwild. Bekende rassen zijn de langharige, de krulharige, de gouden of gele, de Labrador en de Chesapeake Bay retriever.
De eerste drie zijn ontstaan door kruising van setters en grote spaniëls met Labradors. Voor het gebruik van de retriever geschiedde in Groot-Brittannië het apporteren door de staande honden, evenals en ook thans nog doorgaans op het vasteland, waar de retriever nooit algemeen in gebruik is genomen (z ill. Hond II).