praetor in 106 of 107, consul in 129, een van de uitnemendste Romeinse juristen uit de eerste helft van de tweede eeuw n. Chr., volgde zijn vader Juventius Celsus op als hoofd van de rechtsschool der Proculiani.
Zijn voornaamste werk is Digestorum libri XXXIX, waaruit 142 plaatsen opgenomen zijn in de Digesten van Justinianus. Zijn om de grofheid bijzonder bekend antwoord aan Domitius (quaestio Domitiana, responsum Celsinum) staat in D. 28.1.27.Lit.: F. Stella Maranca, Intorno ai frammenti di Celso (Roma 1915); Paul Krüger, Gesch. d. Quellen und Lit. d. röm. Rechts, 2de dr. (1912), blz. 180-182; Fritz Schulz, Roman Legal Science (Oxford 1946), blz. 339.
