Frans anthropoloog(L’Isle Adam, 4 Nov. 1830 - Parijs 20 Dec. 1911), was leerling en medewerker van Broca en een van de grondleggers der Franse anthropologie. Na medicijnen te hebben gestudeerd weidde hij zich in 1871 aan de anthropologie.
Van 1881-1886 was hij secretaris van de Société d’Anthropologie de Paris, verder redigeerde hij dc Revue d’anthropologie en had talrijke andere functies o.m. die van hoogleraar aan de École d’Anthropologie. Hij was een gematigd aanhanger der evolutieleer. In de toenmalige discussie tussen mono- en polygenisten stond hij aan de zijde der laatsten. Mede door zijn grote vindingrijkheid in het ontwikkelen van nieuwe physisch-anthropologische methoden en technieken had hij een grote invloed op de ontwikkeling der physische anthropologie. O.m. ontwierp hij een indeling der mensenrassen, gebaseerd op de neusvorm (smal, middelmatig breed, breed), onderverdeeld in 18 typen volgens groeivorm van het haar. Topinard was ook een vruchtbaar socioloog, waarbij hij uitging van een biologisch-anatomisch standpunt. De mogelijkheid van psychologische correlaties bij de bestudering der raskenmerken ontkende hij niet, doch hij wilde nader wetenschappelijk bewijs afwachten alvorens ze toe te passen.Bibl.: L’Anthropologie (Paris 1878); Eléments d’Anthropologie générale (Paris 1885) ; Science et foi; l’anthropologie et la science sociale (Paris 1900).
Lit.: R. Verneau, P. T., in: Anthropologie, vol.XXIII (1912), blz. i ii-ï 14; Chervin, in: Buil. et Mém. de la Soc. d’Anthropol. de Paris (1912).
