Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-01-2023

Paul Fridolin KEHR

betekenis & definitie

Duits historicus (Waltershausen in Thüringen, 28 Dec. 1860 - Wasserndorf bij Würzburg, 10 Nov. 1944), studeerde te Göttingen en te München, doch noemde zichzelf in de eerste plaats een leerling van de bekende oorkondenkenner Theodor von Sickel. Zijn medewerking aan de uitgave van de diplomata van Otto III opende hem reeds in 1885 de weg naar Rome en de andere Italiaanse archieven en bibliotheken in dienst van de Monumenta Germaniae historica en van de Historische Kommission der Provinz Sachsen. Het was de voorbereiding van een academische loopbaan, die hij reeds in 1895 als professor te Göttingen begon.

In 1903 werd hem de leiding van het Pruisisch historisch Instituut te Rome toevertrouwd. In enkele jaren tijds wist hij dat instituut tot een centrum van Duits historisch onderzoek in heel Italië te maken. In 1915 volgde hij R. Koser als directeur-generaal van de Pruisische staatsarchieven op. Bovendien werd hij in 1919 leider van de Monumenta Germaniae historica. Hij wijdde zich aan de geschiedenis van de Middeleeuwen en meer bepaald aan de pauselijke en keizerlijke diplomatieke bronnen. In 1896 kreeg hij de leiding van de uitgave van de pauselijke oorkonden tot Innocentius III (1198). Hij bewerkte zelf de Italia Pontificia en bereidde tevens in samenwerking met anderen de Hispania Pontificia voor.Bibi.: Päpstliche Urkunden und Regesten aus den Jahren I358-70 (uitg. met G. Schmidt, 2 dln, 1886-’89); Die Urkunden Ottos III (1889); Italia Pontificia (Regesta Pontificum Romanorum, 8 dln, 1906-1935); Papsturkunden in Spanien. Vorarbeiten zur Hispania Pontificia (2 dln, 1926-1928).

< >