(Nicander), uit Kolophon, naast Aratus de belangrijkste didactische dichter uit het Hellenistische tijdperk (2de eeuw v. Chr.); auteur van een aantal verloren gedichten (o.a. Heteroioumena en Georgica) en twee nog bewaarde leerdichten, de Theriaka, over middelen tegen giftige beten van dieren, en Alexipharmaka, tegen vergiftigde spijzen.
Hij werd voorbeeld voor de Romeinse dichters Macer, Vergilius (in de Georgica) en Ovidius (in diens Metamorphosen). Ondanks de dorheid zijner poëzie is Nikandros in de Oudheid, toen men metrische behandeling van wetenschappelijke stof op prijs stelde, een veel gelezen en veel gecommenteerde dichter geweest. De vraag of hij met de epische dichter Nikandros, zoon van Anaxagoras uit Kolophon, die in een Delphische inscriptie geëerd wordt, identiek is, wordt verschillend beantwoord. Hoofduitgave van O. Schneider (Leipzig 1856).