Russisch schrijver (Gorochowo 4 Febr. 1831 - St Petersburg 21 Febr. 1895), maakte in dienst bij een Engelse rentmeester grote reizen door Rusland. Hierbij deed hij een buitengewone kennis op van wat er leefde in allerlei lagen van het Russische volk, zodat zijn romans een veelzijdiger kijk geven op dit volk dan het werk van zijn grote tijdgenoten.
Bovendien leerde hij zo’n rijke woordenschat kennen, dat hij uitblinkt als taalvirtuoos. Als journalist kreeg hij ten onrechte de naam van reactionnair te zijn. De felle critiek der radicalen, ook op zijn voorliefde voor de Orthodoxie, en zijn eenvoud hebben zijn erkenning als een der geniaalste vertellers lang belemmerd. Zijn roem berust vooral op Soborjane (1872, De kathedraal), een meesterlijke beschrijving van het kerkelijk leven, en Otcharowanni Strannik (1874, De betoverde pelgrim) en Zapetchatljenni angel (1874, De verzegelde engel).